Interview in het Parool 24 december 2009

“Ik leef als een monnik. Ik heb twintig jaar midden in de hectiek van de mediawereld verkeerd en vind het heerlijk om er even tussenuit te zijn. Ik maak nog maar zelden gebruik van email, en de telefoon beantwoord ik meestal niet. Op dit moment verdiep ik me in De Geschiedenis van de Techniek, een reeks van zeven kloeke delen die ik met plezier aan het lezen ben.”

 

Heeft u de beschikking over liggende gelden?

“We moeten voorzichtig zijn. Ik wil twee boeken afmaken. Daarna moet ik weer om me heen kijken.”

 

Moet dat een baan in de journalistiek zijn?

“Ik zou het ook fascinerend vinden om de recherche te helpen. De Twentse korpschef Martin Sitalsing zei onlangs dat de politie behoefte heeft aan mensen die goed kunnen lezen en scherp kunnen nadenken. Of DSM en Shell, dat zijn spannende, toekomstgerichte bedrijven.”

 

Jaffe Vink (58), filosoof en publicist, is een opvallende verschijning. Niet in de laatste plaats vanwege zijn handelsmerk, de strik. Terwijl hij zijn strik losmaakt, en de ‘mooie, simpele vormen’ bewierookt, herinnert hij zich een citaat van Carry van Bruggen: “Het klinkt misschien wat voornaam: ‘Distinctiedrift is levensdrift, eenheidsdrift is doodsdrift’. Daar zal het mee te maken hebben. En om de grauwheid op krantenredacties te doorbreken.”

 

Hij zette het eerste opiniekatern bij een krant op: Letter & Geest in Trouw. Steeds nadrukkelijker werd daarin stelling genomen tegen het multiculturalisme en de politieke islam, tot onenigheid met de hoofdredactie over de koers hem ertoe bracht de krant te verlaten. “Ik voelde me niet meer vrij. En ik was moe van de jarenlange agressie en het gebrek aan open debat op de redactie van de krant.”

 

In  januari 2007 bracht hoofdredacteur Vink het eerste nummer uit van Opinio, het wekelijkse opinieblad zonder tekeningen en foto’s, op roze papier, gefinancierd door ondernemer Roel Pieper. Anderhalf jaar later hield het tijdschrift op te bestaan. Opinio publiceerde een ‘geheime toespraak’ van Jan Peter Balkenende onder de kop: ‘We moeten trots zijn op ons christendom.’ Het bleek een pastiche, geschreven door Jaffe Vink, die de premier van woede deed koken. Opinio belandde in een juridisch conflict met Balkenende, waarop financier Pieper de stekker er uit trok. Vink: “Voor ik het stuk schreef heb ik talloze teksten van Balkenende gelezen, om in de buurt te komen. Maar als je het goed las wist je meteen dat het niet van hem was, het was namelijk geen roggebroodproza. De teksten van Balkenende zijn ongemeen saai.”

 

Is Opinio door het proces dat Balkenende liet aanspannen er aan gegaan?

“Ja. Dat is de directe aanleiding. Het zit me dwars dat Opinio is verdwenen. Het is doodjammer. Nadat de staat het kort geding had verloren, begon Balkenende een bodemprocedure. Toen kreeg Pieper er genoeg van. Hij wilde geen conflict met Balkenende.”

 

Hebt u er toen met hem over gesproken?

“Nee, er viel niet met hem te praten. De laatste weken beantwoordde hij geen telefoon meer. Ik hoorde alleen nog van hem via zijn medewerkers. Egards en eerlijkheid waren ver weg.”

 

Waarom was Pieper zo huiverig voor een conflict?

“Pieper was vaak in Rusland, onderhandelde met Poetin. Hij wilde geen gedoe in Nederland. Die kwestie Balkenende heeft me genekt.”

 

Zonder die procedure van Balkenende had Opinio nog bestaan?

“Ja. Pieper zei bij het begin van het tweede jaar: ‘Maak je geen zorgen over komend jaar, het eerste jaar heb ik toch ook gefinancierd?’ Hij wilde het tijd geven in een moeilijke markt.”

 

Welke fouten hebt u zelf gemaakt?

“We hebben de marketing veronachtzaamd, vanuit de gedachte dat een goed blad zichzelf verkoopt. Dat was naïef. Na de kwestie Balkenende steeg onze naamsbekendheid explosief. We hadden ook mooie plannen klaarliggen, zoals een reeks debatten met Jort Kelder vanuit de Rode Hoed. De toekomst zag er goed uit.”

 

Hoe kwaad was u dat het avontuur de nek werd omgedraaid?

“Ik werd er niet vrolijk van, om het op z’n Gronings te zeggen. De vrijheid van schrijven is beperkt. Er heerst een bedompte eenvormigheid.”

 

Hoe kijkt u nu, van een afstand, naar de journalistiek?

“Bij de landelijke kranten ontbreekt het aan leiderschap. Al twintig jaar worden nieuwe hoofdredacties uit eigen kring samengesteld. En de democratisering is doorgeslagen. Een vorm van ‘verlichte tirannie’ zou weldadig kunnen zijn. Virtuozen moeten de ruimte krijgen om een krant te leiden. Toen ik bij Trouw kwam, zei een adjunct: ‘Het is hier net een sociale werkplaats, het kan ook met veertig procent van de mensen.’ Organiseer de krant als een voetbalelftal. Weg met die malle vakbond. Stel je beste spelers op en voeg nieuw talent toe. En geef kritiek! Praat! Debatteer! Een krant is iets bijzonders. Maar het gebeurt niet, de middelmaat regeert en daarom hebben de kranten het ook aan zichzelf te wijten dat het niet goed gaat. En als je de artikelen over het klimaat leest, dan hadden negen van de tien artikelen de krant zo niet mogen halen. Besmet met de groene ideologie.”

 

Waar werkt u nu aan?

“Ik schrijf een boek over milieu en technologie, met kritiek op de achterhaalde milieubeweging en een lofzang op de technologische cultuur. Ik pleit voor vooruitgang tegenover het doemdenken. De chemische industrie is fantastisch. Mijn motto is: toon ons, na honderd keer dezelfde droevige ijsbeer, ook de glorie van het menselijk vernuft.”

 

U werkt geloof ik ook aan een boek over de cultuurgeschiedenis van de Rotterdamse haven.

“Die haven staat voor het optimisme en de vitaliteit van de Wederopbouw, in korte tijd de grootste haven ter wereld en de grootste raffinaderij. Ik geniet van de schoonheid van dat industriële landschap. En ik vind het leuk om te weten dat er een ondergrondse leiding van de raffinaderij naar Schiphol loopt voor de kerosine. Die wereld intrigeert me sinds mijn studententijd. Ik werkte bij een benzinepomp van Kriterion, speciaal voor studenten. Deze pomp zat in één concern met de bioscoop van Kriterion. Wij verkochten benzine en maakten winst, zij draaiden alternatieve films en maakten verlies. Wij onderhielden de bioscoop, maar zij bekeken ons met minachting: wij waren de benzineboeren. Dat was een vroege les.”

 

 

 

 

 

Media Top 3

 

1)      Televisie: “Ik kijk heel weinig. Soms een paar minuten Man bijt hond (NCRV, Nederland 2). Hier zie je het alledaagse leven. Ze tonen een serie over een Urker kotter, de Kornelis-Jan, elke dag hetzelfde maar iets anders. Of een man en vrouw, bijzonder in hun gewoonheid, die een Duitse kerstmarkt bezoeken. Portret in vier minuten.”

 

2)      Krant: Welingelichte kringen. “Een interessante en informatieve weblog, met een selectie van artikelen uit buitenlandse kranten. Zij doen al het werk voor je.”

 

3)      Tijdschrift: Shell Venster. “Het tweemaandelijkse blad van Shell. Allemaal informatie die je niet in kranten of weekbladen tegenkomt. Met de ijsbreker van rederij Wagenborg via het Wolga-Don-kanaal naar de Kazachstaanse olievelden. Tien meter hoge ijsruggen. De strijd met de elementen.